SVG Image
< Terug naar nieuws

11 maart

Europa’s digitale dilemma: kiezen voor innovatie of strengere regels?

De Europese Unie probeert met de AI-verordening de impact van kunstmatige intelligentie te reguleren, maar hoogleraar Daniel Mügge stelt dat deze aanpak vooral individuele rechten beschermt en onvoldoende aandacht heeft voor bredere maatschappelijke gevolgen.

De snelle opkomst van kunstmatige intelligentie dwingt de Europese Unie tot regelgeving om risico's te beperken en innovatie te sturen. De Europese AI-verordening stelt regels vast die in alle lidstaten gelden, met als doel schadelijke AI-toepassingen te verbieden, algoritmische discriminatie te voorkomen en toezicht te houden op grote AI-modellen zoals ChatGPT. Toch vindt Daniel Mügge, hoogleraar Political Arithmetic aan de Universiteit van Amsterdam, dat deze verordening tekortschiet in het aanpakken van bredere maatschappelijke gevolgen zoals desinformatie en de impact op democratie en onderwijs.

 

Ook kijkt hij naar de invloed van de herverkiezing van Donald Trump op het Europese AI-beleid. Grote Amerikaanse techbedrijven zoals Meta en Google hebben nauwe banden met de nieuwe Amerikaanse regering en proberen striktere regelgeving te voorkomen. "Trump geeft prioriteit aan economische groei en winstmaximalisatie boven regulering," zegt Mügge. Dit kan botsen met de Europese benadering, waarin meer nadruk ligt op ethische en sociale impact.

 

Volgens Mügge ligt Europa’s kracht in zijn reguleringscapaciteit, maar blijft de EU afhankelijk van technologie uit de Verenigde Staten en China. Hij pleit voor een versterkte Europese technologie-industrie om digitale soevereiniteit te bereiken. "Om controle over de digitale toekomst te behouden, moet Europa investeren in eigen infrastructuur en innovaties, in plaats van enkel regelgeving te implementeren."

 

Lees het volledige artikel op de website van de UvA.